“De Hoge Veluwe is een stuk van mijn jeugd. Toen ik drie jaar oud was ging ik al met opa en oma naar het nationaal park. Met familie er op uit, herten en wilde zwijnen spotten, de hond uitlaten, picknicken, wandelen, naar het ondergrondse museum Museonder. We kwamen overal. Ik vind het Museonder een heel leuk museum. Kinderen leren hier op een leuke manier iets over de natuur. Ik wil later graag de PABO gaan doen, maar wil dan wel graag in de weekenden in het park blijven werken. Op die manier hoop ik de kinderen die ik later les ga geven ook iets te kunnen leren over de natuur, en mijn liefde voor de natuur over te brengen.”
Rust, ruimte en mensen met respect voor de natuur
“In het park geniet ik het meeste van de rust en de ruimte. De sfeer is rustig, de mensen zijn over het algemeen kalm en vrolijk en je kunt in de natuur je eigen pad kiezen. Er zijn veel mensen met respect voor de natuur, dat vind ik fijn. Al vanaf dat ik me kan herinneren heb ik een jaarkaart en op mijn twaalfde ben ik bij de IVN Junior Rangers gegaan. Bij de Junior Rangers hielpen we mee bij het beheer van het park en leerden we over de plant- en diersoorten die in het park leven. Vorig jaar ben ik begonnen als kaartcontroleur bij de ingangen van het park, waarbij ik mensen help bij de start van hun dagje Hoge Veluwe en hun entreetickets scan.”

Stuivend zand en burlende herten
“Mijn lievelingsplek in het nationaal park is bij het stuifzand. Het is altijd in beweging. Met de bossen in je rug kan je eindeloos ver kijken en tijdens de bronstperiode in september kun je de edelherten goed horen burlen. Ik vind het een prachtig gezicht om het zand te zien stuiven.”
Rekening houden met de natuur
“Ik denk dat een plek als het nationaal park heel belangrijk is, omdat het ervoor zorgt dat mensen zich ervan bewust zijn dat de natuur mooi is, maar dat het ook slechter kan gaan. In het park kunnen mensen zelf ervaren waarom het belangrijk is om rekening te houden met de natuur. Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik als kind al hier door de bossen liep, ik hoop dan ook dat volgende generaties net zo kunnen blijven genieten van de bossen en de landschappen van Nationaal Park De Hoge Veluwe als ik.”