Ga op zoek naar de grote witte lepelaar 

In de jaren 70 van de twintigste eeuw had Nederland nog maar 170 broedparen, maar door intensieve bescherming zijn er nu enkele duizenden. In het najaar vliegen ze langs de West-Afrikaanse kust naar hun winterbestemming. Ze verblijven dan in een gebied in Mauritanië, dat behoorlijk op het Waddengebied lijkt. Jonge lepelaars blijven daar hangen na hun eerste winter en vliegen pas in hun tweede jaar naar Nederland om te broeden.

Waddenzee Werelderfgoed - Texel - De Slufter

De kenmerken van deze trekvogel 

De lepelaar is een grote witte vogel met een lange en lepelvormige snavel, een geeloranje vlek op de borst en een afhangende kuif. Door zijn lepelvormige snavel op een typische manier heen en weer te bewegen kan hij in ondiep water kleine visjes, waterdieren, slakken, bloedzuigers, insecten en wormen vangen. In de snavel zit een soort zeefmembraan, zeer handig als eetgereedschap. 

Waar en wanneer te zien?

Vanaf februari tot september/oktober kun je de lepelaar in Nederland zien. De grootste lepelaarskolonie bevindt zich in de Geulplas, aan de zuidkant van Nationaal Park Duinen van Texel. Twee andere kolonies bevinden zich in De Muyplas en De Slufter, een unieke kwelder die in open verbinding staat met zee. Verder is de Lepelaar perfect te aanschouwen in het grote vlak in het zuiden van Texel, waar er altijd wel een aantal opzoek zijn naar voedsel. Heel bijzonder: in De Geul broeden meer dan 400 paren!

Let wel op: in het zuiden van het nationaal park zijn een aantal wandelpaden gesloten tijdens het broedseizoen van maart tot augustus/september. Buiten het Nationaal Park zitten ze bij laag water ook in De Schorren.